Skip to content

Erkennen van (on)macht is sleutel naar minder geweld in de jeugdzorg

Gepubliceerd in Trouw; 22 juni 2019 

Judith Leest en Marije van der Linde

Beeld uit de documentaire Alica van regisseur Maasja Ooms. Beeld Maasja Ooms

Kwetsbare jongeren helpen betekent goed kunnen omgaan met macht en onmacht, schrijven Judith Leest en Marije van der Linde van Stichting Presentie. In de documentaire ‘Alicia’, uitgezonden door de VPRO, volgen we de tiener Alicia, die al jaren in de jeugdzorg verblijft. In een scène schrijft ze met een professional haar trajectplan, ‘waarin we gaan beschrijven wat jouw doelen zijn’. Alicia doet haar best. Op de vraag: ‘Wat wil jij hier leren?’ antwoordt ze precies wat de professionals willen horen: ‘Voor mijzelf leren kiezen, niet meer weglopen en zelfstandigheid.’

Haar werkelijke verlangen heeft Alicia op een klein, gekreukeld, papiertje geschreven: ‘of we ernaar toe kunnen werken dat ik soms een dag naar mama kan’. Ook met deze formulering adopteert Alicia de professionele taal die ze intussen zo goed kent van al haar jaren in de jeugdzorg. Maar het antwoord luidt: ‘Nee, dat is voor jou geen goede plek.’ De camera registreert hoe Alicia vervolgens, met het papiertje, haar diepste wens opeet. Alicia’s verlangen wordt van tafel geveegd.

Steeds gewelddadiger
In deze ontmoeting speelt macht. Je ziet Alicia denken: ‘Als dit het antwoord is op mijn inspanningen om naar jullie toe te bewegen, dan kun je het krijgen ook.’ En zo trekt ze op haar beurt de kaart van de macht: ‘Als het er zo voor staat dan ga ik weglopen. En een mes in mijn hoofd steken.’ Macht komt tegenover macht te staan: ‘Als jij dat gaat doen, moeten wij jou weer beter in de gaten houden’. En zo verwordt, wat eigenlijk een erkenning van verdriet had kunnen zijn en een kans om de relatie met Alicia – in al haar tragiek – te verstevigen, tot een spiraal van steeds gewelddadiger ingrijpen.

Onlangs verscheen het onderzoeksverslag van Commissie De Winter over geweld in de jeugdzorg. Het onderzoek laat zien hoe ingrijpend het is als mensen die voor jou moeten zorgen, je geweld aandoen. Dit soort excessen mogen nooit meer gebeuren. Tegelijk laat de documentaire ‘Alicia’ zien hoe veelomvattend en subtiel ‘geweld’ in de jeugdzorg kan zijn. De beschreven uitwassen komen voort uit onbespreekbare of slecht beheerde macht. Geweld voorkomen begint bij de erkenning dat macht en onmacht in iedere zorgpraktijk aanwezig zijn.

Daarvoor is nodig om te zien hoe complex het werk is. Het beschreven leed had niet mogen gebeuren. Maar een simpele veroordeling als ‘fout en nooit meer doen’ helpt de praktijk onvoldoende om geweld in de toekomst te voorkomen. Wat wel helpt is versterken van een ‘onmachtscompetentie’ bij professionals en leidinggevenden: een competentie ‘die ervoor zorgt dat je iets kunt op momenten dat je niets kunt’.

Geen nieuwe regels
Ook moeten we de impuls tot het opstellen van nieuwe regels onderdrukken. Relationeel werken is een kansrijker alternatief. In het voorbeeld van Alicia betekent dat niet ‘toegeven’ aan haar wens tot de bezoekregeling. Maar wel ruimte maken voor haar diepe verlangen. Samen treuren en leren accepteren dat de wereld niet zo maakbaar is.
Relationeel werken betekent niet eindeloos meebewegen of doen wat de ander zegt. Het gaat ook over begrenzen, maar zonder de relatie af te kappen. Door Alicia te zien met haar verlangen, ontstaat er een relatie waarvanuit je, paradoxaal, juist kunt bijsturen en de-escaleren. Als ze zich gezien voelde, had ze de situatie waarschijnlijk eerder kunnen accepteren.
De relatie biedt zo de legitimatie om een grens te stellen, maar wel eentje met minder geweld. Ze biedt dan ook het speelveld om samen te gaan zoeken wat voor contact met haar moeder misschien wél haalbaar was geweest. Relationeel werken heeft daarmee oog voor iemands familiaire context. En het hanteert een moreel ijkpunt: jeugdzorg draait om het je bekommeren om kwetsbare kinderen.

Dialoog
De jeugdzorg zet in op meer dialoog, maar een dialoog is niet heilig. Immers: in elke gesprekssituatie is macht aan de orde. Wie mag er wanneer praten? Wie bepaalt de agenda? Telt je stem ook als je stotterend een emotioneel verlangen uit?
Erkennen en verdragen van (on)macht is de sleutel naar minder geweld in de jeugdzorg. Het vraagt om echt dichtbij durven komen. Ook in dat deel van de relatie waar het moerassig is, waar je het zelf ook even niet meer weet, waar de tragiek bijna onverdraaglijk is of waar je keer op keer de weerstand en het conflict aan moet gaan – zonder iemand af te schrijven of op te geven. Het is een eerste stap op weg naar een jeugdzorg met begrenzing, zonder geweld.